Felix Heersink

Felix Heersink

A guy with great ideas for novels (and movies).

Bekijk het boek
Lezingen

Om het verhaal over het leven van Abraham Tuschinski te schrijven heb ik ook boeken en artikelen gelezen die niet direct over zijn persoon gingen. Je kunt het ‘om het onderwerp heen’ lezen noemen. Een wijze van research die veel context en een goed beeld van de tijd oplevert. En die ontwikkelingen en dwarsverbanden laat ontdekken, evenals curieuze details, zoals dat rond 1903 als reactie op een pogrom in Kisjnev (in Bessarabië) vele Russische Joden in veewagons(!) naar Rotterdam reisden om van daar de oversteek naar Amerika te maken. Waarschijnlijk een goedkopere vorm van transport dan per passagierstrein.


Terug naar ontwikkelingen en context. Door op deze wijze te lezen, kwam ik te weten over de transitie van reisbioscopen naar vaste filmtheaters als onderdeel van een maatschappelijk beschavingsproces. Een andere ontwikkeling in de filmwereld waarover ik vernam was dat de stomme film niet letterlijk een periode betekende van stomme film. Want er speelden orkestjes in filmtheaters en er waren grammofoons met platen die voor muzikale begeleiding van filmscenes zorgden, en later kwamen er orgels in bioscoopzalen.


Kortom, naast Abraham Tuschinski en zijn filmtheaters kan ik in een lezing vertellen over andere aspecten die aan de geschiedenis van de filmwereld raken. Mochten er leesclubs of instellingen zijn die graag een lezing willen organiseren over bovenstaande dan ben ik daartoe graag bereid.




Ik word geïnterviewd over mijn boek op 4 november 19.00 uur bij boekhandel DekkervdVegt in Nijmegen.

U dient zich op te geven voor het bijwonen van het interview.

Ahbraham Tuschinski's laatste reis, gepubliceerd op op 1 oktober 2021. Koop het boek bij Uitgeverij de Brouwerij

De ontstaansgeschiedenis van de roman

Ahbraham Tuschinski's laatste reis boek

Abraham Tuschinski, een Poolse Jood geboren in 1886 en later genaturaliseerd tot Nederlander, kwam ooit op mijn pad toen ik als scenarioschrijver de opdracht van een filmproducent kreeg om een script te schrijven. Het plan was om aan de hand van Tuschinski’s leven, die van 1904 tot 1942 in Rotterdam woonde, de geschiedenis van stad en haven tussen 1900 en 1945 te vertellen. (Soms kan je voor een verrassend perspectief het best een outsider nemen om een verhaal te vertellen.) Ik ben toen begonnen met research in secondaire bronnen en al snel bleek zijn leven een fatale cirkel te vertonen. Namelijk het in 1904 ontvluchten van het bezette Polen vanwege pogroms, armoe en het moeten dienen in het Russische leger, en in 1942 zijn deportatie naar het Poolse concentratiekamp Auschwitz. Dramatischer kan het materiaal voor een goed verhaal niet zijn! Maar het filmplan werd na het schrijven van een treatment door de filmproducent veranderd. We gingen een stap terug in de tijd naar Lodewijk Pincoffs, een havenbaron van rond 1870, die de Rotterdamse haven van de stadskant naar Zuid heeft verlegd en een groot financieel schandaal veroorzaakte. Zijn visie om de haven uit te breiden naar de andere kant van de Maas, was een beslissende ontwikkeling voor de verdere groei van de haven tot grootste Europese haven in de twintigste eeuw en, later diezelfde eeuw, tot grootste haven ter wereld. Mijn aantekeningen van de research over Tuschinski verdwenen in een bureaula.

Ahbraham Tuschinski's joods gezin

Tot ik eind 2015 besloot het leven van Abraham Tuschinski als historische roman te willen gaan schrijven om in 2021 in te haken op het honderdjarig bestaan van Theater Tuschinski in Amsterdam. Naast het drama in zijn leven vond ik het interessant het Rotterdamse verleden van deze man, velen zullen hem associëren met Amsterdam vanwege Theater Tuschinski, bekender te maken. Tussen kerst en oudjaar ben ik toen gestart met het manuscript. Ik kwam al snel in een flow terecht door voor het schrijven over zijn Poolse jeugd ter inspiratie een coverfoto te gebruiken van een stel Joodse jochies in Warschau uit het boek Een heerlijke dag van Isaac Bashevis Singer. En van de ene foto naar de andere foto uit het boek gaand, werden het de eerste beelden die terechtkwamen in mijn tekst. Wat voor extra flow zorgde: er zijn over Tuschinski haast geen bekende feiten tot aan zijn achttiende jaar. Ja, de dood van zijn vader en dat hij op een gegeven moment als vestennaaier zijn geld verdiende net zoals zijn moeder, broer en zussen. Evenals dat hij op zijn zeventiende trouwt met Manja Ehrlich en snel daarna per trein naar Rotterdam reist om van daaruit per schip naar Amerika te gaan. Maar waar honderdduizenden Polen en Russen doorreisden daar bleef Tuschinski hangen. Ik had dus grote vrijheid om zijn jongste jaren te beschrijven en dat schrijft makkelijk. Wat een belangrijke lijn in het verhaal zou worden, was een uit de bronnen gehaald vaag gerucht over een van zijn voorouders die als kamerheer in dienst was geweest van de Poolse koning. Dat zette het verhaal in werking. Zo had ik een gebeurtenis uit het verleden die op de een of andere manier als drijfveer kon dienen voor Abraham Tuschinski’s ambitie in zijn latere leven. Tijdens het schrijven – een proces van lijnen uitzetten, verbanden leggen en verbeeldingskracht – kwam ik op het idee zijn vader op zijn sterfbed Abraham enorme ambitie mee te geven: door zijn zoon op te dragen de positie van hun voorvader te evenaren. Deze rode lijn bleek productief en eind mei 2016 had ik een eerste versie van Tuschinski’s Poolse jaren af.

Maar ik was er nog lang niet. Het grootste deel van zijn leven moest nog aan bod komen, een tijdsperiode vol feiten die ik moest volgen. Feiten die in de secundair bronnen soms in tegenspraak met elkaar waren. Dus wat die bronnen als feiten aandroegen bleken soms weinig eenduidige en betrouwbare gebeurtenissen. Lastig als schrijver van een biografie, minder lastig voor een romanschrijver. Maar ik was wel gewaarschuwd en ik ging, zoals geleerd tijdens mijn studie geschiedenis aan de Erasmus Universiteit, op zoek naar de validiteit van de bronnen. Een wetenschappelijk artikel van André van der Velden uit 2004 in het Tijdschrift voor Sociale en Economische Geschiedenis gaf inzicht dat Tuschinski zelf – vanaf 1927 verschenen er columns over zijn leven in het Tuschinski Journaal – weinig betrouwbaar over zichzelf heeft laten schrijven, en in feite zijn leven mooier heeft gemaakt. Daarmee wist ik: kritisch bronnengebruik was van belang omdat anderen mogelijk de columns als primaire bron hadden genomen.

In 2017 had ik de eerste versie van de roman klaar. Dus het complete verhaal van zijn leven, geschreven in de ik-vorm. En toen kwam mijn reclamecopywritersverleden om de hoek kijken. Een tijd waarin ik een bepaalde gewoonte had bij het bedenken van headlines: als je een goede kopregel hebt bedacht, dan kan je het resultaat nog sterker maken door een stap verder te gaan en opnieuw na te denken (het lijkt op brainstormen met jezelf). Ik dacht en dacht, en kwam uit op een idee waarmee het een zeer gelaagd verhaal werd.

Ik creëerde een tweede Abraham Tuschinski, nu in real time terwijl hij in de goederenwagon zit en het verhaal van zijn leven vertelt. Op deze manier veranderde het hele manuscript, ten eerste er kwam meer tekst bij en ten tweede kreeg je twee soorten tekst, rechtopstaand en gecursiveerd om voor de lezer beide tijden duidelijk van elkaar te laten verschillen. Zo kon ik de figuur Tuschinski als jood interessanter maken door hem in de deportatietrein op weg naar Auschwitz, een reis van 2-3 dagen, tijdens het vertellen van zijn hoogte- en dieptepunten, te laten reflecteren op wat hij om zich heen ziet gebeuren met de andere Joden in de goederenwagon, op zichzelf, én hem te laten filosoferen over het jodendom en Duitsers. Het manuscript werd diepzinniger en daardoor voor mij interessanter, hoewel ook moeilijker om te schrijven. Er kwam nu een man naar voren op weg naar zijn einde met gedachten en vragen die hij in andere omstandigheden nooit gedacht of gesteld zou hebben. Hoe denk je in extremis? Hoe denk je dan als jood? Dat vroeg veel inlevingsvermogen.

Nooit heb ik vijf maanden of langer aan het manuscript geschreven, pauzes van drie-vier maanden waren nodig om het verhaal te laten bezinken en, wat evenzeer meespeelde, ik had natuurlijk de tijd tot 2021. November 2020 was ik klaar met herschrijven van de zoveelste versie. Eerst met als titel Mister Grenzeloos, Mister Weergaloos, later is dat Abraham Tuschinski’s laatste reis geworden.

Reacties op het boek

Vrijdag had ik je nieuwe boek in handen, begon er in te lezen, verdween voor enkele uren van de wereld. Vandaag las ik het ademloos uit: hoe breng je zo'n verhaal tot een onvermoed einde? Zo dus!

Deel I was als een liefdevolle, grimmige, rijke en straatarme pastorale. Deel II las ik met het bonkend ritme van Stravinsky's Sacre du Printemps. Deel III als de onvermijdelijke noodlotssymfonie. En wat een ontroerende epiloog...

Je LAATSTE REIS is zo beeldend, zo schrijnend, zo hunkerend naar illusie, zo gedreven en gepassioneerd, en zo betoverend in de epiloog.

Chapeau!

Godfried Beumers

Gebruik het onderstaande formulier om contact op te nemen.